Vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Daar zijn voor- en tegenstanders van Geert Wilders het over eens. De tegenstanders vinden daarnaast ook dat wie met zijn meningen aanzet tot discriminatie en zelfs haat, misbruik van zijn vrijheidsrechten maakt. Wilders beweert dat hij nooit iemand heeft willen beledigen. Wat hij over Koran en Islam heeft gezegd is gewoon waar, en wat waar is kan toch niet strafbaar zijn? Dat klinkt aannemelijk. Een Bijbelgetrouwe gelovige kan zich diep gekrenkt voelen door wetenschappers die beweren dat God de wereld niet in zes dagen schiep, maar de wetenschappers beledigen niemand opzettelijk; bewijzen voor de geldigheid van de evolutietheorie in overvloed. Het zijn de strenggelovigen zelf, die de theorie uitleggen als provocatie.
Maar nu dit: een vrouw klaagt bij haar huisarts over hartkloppingen, en krijgt te horen dat ze te dik is. Deze onaangename waarheid, die ze zelf allang kende, moet worden benoemd: afvallen is namelijk de enige remedie. Stel nu, dat dezelfde vrouw een belangrijke maatschappelijke functie bekleedt. Ze is te gast is in een talkshow, en opeens, middenin het vraaggesprek over haar werk, zegt de interviewer: ‘U bent te dik.’ Daarmee zegt hij feitelijk niets anders dan de arts. Toch is de waarheid in deze setting uiterst pijnlijk. Wanneer het fragment in andere programma’s ook nog eens regelmatig wordt herhaald, wanneer de vrouw voortaan overal wordt bejegend met een mengeling van meewarigheid en leedvermaak, kan de psychische last zo groot worden dat ze haar carrière moet afbreken. De interviewer heeft mevrouw geen lelijk varken genoemd, hij heeft de neutrale aanduiding ‘ te dik’ gebruikt en dus niet eens ‘moddervet’; hij sprak gewoon de waarheid. Niet strafbaar, wel ondermijnend.
Toen Heleen van Royen de bekentenissen over hoerenbezoek en cocaïnegebruik van de Amsterdamse PvdA- wethouder Rob Oudkerk in Het Parool onthulde, onthulde ze niets dan de hele waarheid. Had Oudkerk in het kroeggesprek met de schrijfster voorzichtiger moeten zijn? Of had Van Royen zich juist moeten inhouden? Dienden de onthullingen een publiek belang, of maakten ze nodeloos veel kapot? Ik geloof dat hier geen eenduidig antwoord op bestaat. De waarheid kennen is één ding, maar wat je met die kennis doet, en hoe, bepaalt of je het predicaat ‘integer’ waardig bent. Daarbij: iedereen die kan nadenken, beseft dat begrippen als waarheid, vrijheid en rechtvaardigheid steeds opnieuw moeten worden gedefinieerd om spraakverwarring en misbruik te voorkomen. Als er morgen een wetenschapper opstaat die heeft uitgerekend dat de massamoorden en hongersnoden in de afgelopen eeuw enorme milieurampen hebben voorkomen, aangezien ze de wereldwijde bevolkingsgroei toch enigszins indamden, dan lijkt protest mij gerechtvaardigd – ook al toont onafhankelijk onderzoek aan dat de man gelijk heeft. De waarheid mag dan misschien niet strafbaar zijn, maar ‘niet strafbaar’ betekent niet automatisch ‘onschuldig’. En precies deze nuance laat Wilders weg. Dat is beledigend. Niet voor moslims, niet voor de juristen in de rechtszaal, maar voor alle potentiële PVV-stemmers. Die vindt hij kennelijk dom genoeg om ze keer op keer te kunnen paaien met de halve waarheid.