Gisteravond naar de extra voorstelling van de Hagedissenhuid, zelden zo gelachten de laatste tijd. Je herkent trekjes van je ouders, je herkent jezelf, je ziet het al aankomen. Gezllig met je vrienden naar een huis in Toscane of rivierenland, ik weet het zo nou nog niet. Zeker niet als we met zijn allen in de keuken terecht komen en ons op de borst gaan kloppen over onze al dan niet aanwezige drang, verdriet, liefde. Te bedenken dat we ons nu al beklagen over onze leesbrilletjes, onze rug, onze condities, ons gewicht en weet ik al niet wat meer, dan moet het ergste gevreesd worden. Het ergste wordt meesterlijk uitgebeeld door de drie heren op leeftijd en komt me al te realistisch voor. Er zaten overigens opvallend veel vrouwen in de zaal en dat terwijl het alleen over mannelijk ongerief op leeftijd ging.
Recensie met dank aan Pien Koome: Hagedissenhuid ondanks karikaturen overtuigend en humoristisch Richard (73) en Henk alias Hunter (72) zitten in de keuken bij Klaas (73). Er staan slechts een paar stoelen en een tafel op het podium. Maar meer hebben de drie heren in Hagedissenhuid ook niet nodig. Gijs Scholten van Aschat, Porgy Franssen en Geert Lageveen kruipen voor de gelegenheid in de huid van drie oude mannen, die vechten tegen verval, eenzaamheid en ouderdom. Maar met tekst van Bodil de la Parra en in regie van Matthijs Rümke vindt deze strijd plaats met de nodige humor en relativering.
Met `Ik heb zin om te neuken` opent Hunter (Porgy Franssen) de anderhalf uur durende voorstelling. Hij is dan wel op leeftijd, maar wil tegenover zijn vrienden maar wat graag bewijzen dat hij nog altijd succes heeft bij de vrouwen. Richard (Gijs Scholten van Aschat) stinkt uit zijn bek. Bovendien heeft hij overal jeuk. En Klaas (Geert Lageveen) zit voortdurend snikkend aan de keukentafel, omdat hij zijn vrouw heeft verloren. De drie mannen praten zowel tegen zichzelf als tegen elkaar. De dialogen zijn zowel zwartgallig als droogkomisch. In hoog tempo gooien de drie routiniers hun tekst er uit, waardoor de voorstelling vaart houdt en nergens verveelt.
De broeken zijn opgetrokken tot onder de oksels, zwarte brillen en strak achterovergekamd haar moeten de heren ruim dertig jaar ouder maken dan ze in werkelijkheid zijn. En hoewel de drie vrienden behoorlijk karikaturaal worden neergezet, zijn ze toch geloofwaardig, overtuigend én humoristisch om naar te kijken. Elke krasse knar heeft z`n eigenaardigheden. Klaas is de softe van het stel. Hij doet er alles aan om de vriendschappelijke banden in stand te houden. Maar de dood van zijn vrouw belemmert hem voortdurend om de draad van het leven weer op te pakken. Richard ziet zijn huwelijk steeds verder afglijden. Zijn vrouw vertrekt zonder zijn medeweten naar de kinderen in Amerika en laat hem achter, jeukend en krabbend aan zijn `hagedissenhuid`. En hoewel Hunter zich graag als geile bok manifesteert, blijkt hij verknocht te zijn aan zijn oude moeder, die hij vrijwel dagelijks bezoekt. Het denkbeeldige mobieltje dat voortdurend afgaat en het trage loopje, waarmee hij over het podium schuift als hij op weg is naar zijn moeder, zijn prachtige vondsten.
Oude kameraden, alledrie worstelend met zichzelf en de tijd waarin ze leven. Dit keer worden ze bij Orkater niet neergezet als kwijlende oude mannen, die niet van hun pensioen kunnen rondkomen. Er wordt geen bezwerend vingertje opgestoken. Maar dat maakt het niet minder boeiend om naar te kijken, want het gaat wel degelijk ergens over. Over vriendschap, verlies en verval. Overgoten met een zwartgallig sausje. Gespeeld zoals het leven kan zijn. Om te lachen en om te huilen.
Ik sluit mij hier dolgaarne bij aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten