zondag, januari 09, 2011

Oh Dennennaald.

Ceremonie, zinloze rituelen, daar zijn we normaal niet dol op. Maar een waardig slot, een warm onthaal, een dagelijkse grap, een driedaags feest dat willen we niet missen. Tot dat rijtje behoort ook de traditionele jaarlijkse vuurzee: bomen op de brandstapel!

Het is zondag, de sneeuw is weggesmolten en de wolken hebben een goede bui. De kerstbomen worden van drie hoog uit ramen gekieperd, achter fietsen over straat geslingerd en vanuit stegen en straten versleept naar het Museumplein, of wat daar op dit moment nog even van over is.

Een vlammenwerper katalyseert de ontbranding, het eeuwige blaasorkest vuurt ook nu weer de vlammen aan en de wind blaast de rookpluimen de goede (lees andere) kant uit.

Af en aan worden er weer verse, goed in de naalden zittende dennen of sparren wegens ketterij op de brandstapel gesmeten. Al dan niet gekluit of gekruisigd. Een eruptie van vuur verblindt steeds opnieuw het oh en ah roepende kinderrijke publiek: het eeuwige vuur, als je tenminste op tijd naar huis gaat.

De kerst zit er weer op, op de valreep hebben we het het heilige vuur aanschouwd, de verlosser is in de buurt en de drie koningen zijn alweer op weg naar huis, met winterbanden en al. Terwijl het wassende water Borgharen in de greept neemt, zullen wij voorlopig niet meer dromen van een witte kerst. God bespaar me.
Her en der doet alleen een verdwaalde dennennaald nog denken aan de besneeuwde en vorstelijke maar goddeloze feestdagen. En nou nog de overmatige kilo's eraf slijten.

Geen opmerkingen: