Auto: een mogelijkheid voor enkelen wordt al gauw een noodzaak voor velen.
> Uit de NRC, met dank aan Juul.
>
> In Nederland hebben 6,7 miljoen mensen een auto. Als je vraagt waarom
> krijg je allerlei antwoorden: lekker droog, wel gemakkelijk, kan niet
> zonder, moet voor mijn werk, et cetera. Maar het beste antwoord hoor je
> nooit. Dat is namelijk: omdat de anderen ook een auto hebben.
> Door Warna Oosterbaan
> Ga naar een basisschool en zie hoe ouders hun kinderen naar school
> brengen: met de auto. Waarom? Omdat die kinderen anders overreden worden
> door ouders die hun kinderen met de auto naar school brengen. Ziedaar het
> beste voorbeeld van de paradox waarin de auto ons heeft gestort.
> De autoparadox manifesteert zich overal. Waarom gaan mensen met de auto en
> niet met de trein naar hun werk? Omdat dat werk op een industrieterrein of
> een bedrijvenpark is ondergebracht, locaties die zich alleen maar hebben
> kunnen ontwikkelen omdat er auto's bestaan. Ook een acceptabel antwoord:
> omdat het openbaar vervoer twee of drie keer zoveel tijd kost. Maar waarom
> is dat vervoer niet sneller of fijnmaziger? Omdat er te weinig gebruik van
> wordt gemaakt. Waarom? Omdat de meeste mensen met de auto gaan.
> De auto maakt het autobezit dus noodzakelijk, en daarom kon er weer iets
> komen dat in een autoloze samenleving onmogelijk is: het shoppingcentrum.
> Gemakkelijk bereikbaar en met gratis parkeermogelijkheid. Omdat het zo ver
> is, ga je een keer per week. Dan moet je natuurlijk wel met de auto, want
> de hoeveelheid boodschappen past niet meer in de fietstas.
> Al het verkeer dat daarvan het resultaat is, wurmt zich door stadsroutes
> en rondwegen, door buitenwijken en steden en het is bij dat gedruis alleen
> maar uit te houden als je er zo nu en dan eens uitbreekt. En het is de
> auto die het mogelijk maakt naar de boot, het buitenhuisje en het
> bungalowpark te gaan. Daardoor konden die voorzieningen op voorheen
> onbereikbare locaties worden gevestigd.
> Het is de auto die de inrichting van het land bepaalt. Die kruispunten
> verandert in rotondes, die van weggetjes wegen en van wegen snelwegen
> maakt, die bruggetjes verandert in viaducten en viaducten in klaverbladen.
> Die bossen doormidden snijdt en dorpen aan stukken scheurt. De auto heeft
> de ruimte gekoloniseerd.
> Het autobezit is een fraaie illustratie van een bekende sociologische
> wetmatigheid: een mogelijkheid voor enkelen wordt al gauw een noodzaak
> voor velen. Vergelijk het met het hebben van een e-mailadres, met het
> spreken van Engels of het bezit van een creditcard.
> Maar met auto's is nog het erger, want die hebben iets dat die kaart, dat
> adres en die taal veel minder hebben: ernstige bezwaren. Auto's zijn
> lawaaiig, ze vervuilen de lucht en zijn gevaarlijk. Dat de auto desondanks
> een groot succes is geworden, is te danken aan de tomeloze inzet van
> generaties technici en bestuurders. Niet dat ze de problemen hebben
> opgelost. Ze hebben ze vooral verplaatst.
> Een paar voorbeelden. De automotoren zijn stiller geworden. Maar de hoge
> snelheden en de drukte van tegenwoordig hebben het bandenlawaai doen
> aanzwellen tot een zeurend achtergrondgedrens, dat je overal kunt horen.
> De uitlaatgassen zijn gereinigd door de katalysator. Maar hij is ook een
> technologische rem geweest op de ontwikkeling van zuinige benzinemotoren.
> Dan zijn auto's natuurlijk onveilig. Met zijn honderdduizenden over de
> wegen denderen is vragen om ongelukken. Het antwoord van de auto-industrie
> wordt gevormd door de kooiconstructie, de kreukelzone, de
> anti-blokkeersystemen. Die helpen goed, maar alleen de automobilisten. Wie
> door zo'n zware tank wordt aangereden, kan maar op één ding hopen: dat hij
> zelf ook in zo'n rijdend fort zit. Want ben je voetganger, fietser of
> motorrijder, dan leg je het loodje. De statistieken bewijzen het: per
> afgelegde kilometer is het leven van de voetganger acht keer zo onveilig
> als dat van de automobilist.
> Zo wordt elk probleem in het voordeel van de automobilist opgelost. Alles
> wat de automobilist helpt, pakt nadelig uit voor de andere weggebruikers.
> Zelfs het auto-interieur draagt daaraan bij. Dat is tegenwoordig zo
> comfortabel dat de aandacht voor het buitengebeuren verslapt. Het is
> steeds meer op een huiskamer gaan lijken. De weg wordt buitenwereld, een
> landschap waar de automobilist geïnteresseerd naar kijkt, maar waarvan hij
> allang geen deel meer uitmaakt. Een bewegend decor is het, een road movie
> waarvan de bestuurder regisseur, cameraman én hoofdrolspeler is.
> Dat creëert een illusie van almacht die weliswaar op gespannen voet staat
> met de kwetsbare werkelijkheid waarin de auto verkeert, maar waaraan de
> automobilist zich graag overgeeft. De auto is een rijdend universum waarin
> de chauffeur voor God kan spelen.
> Wie wil weten waartoe dat uiteindelijk leidt, moet eens op een ochtend of
> avond naar de snelweg gaan. Rijen dik staan ze daar, vooruitkomen doen ze
> nauwelijks. Hier lijkt de autodroom voorgoed gestrand, maar nee, de
> volgende ochtend staan ze er weer. Waarom? Omdat de chauffeurs verslaafd
> zijn aan het stuurwiel, maar vooral omdat ze de willoze slachtoffers zijn
> van een onomkeerbaar proces: de automobilisering van de samenleving.
>
Geen opmerkingen:
Een reactie posten