zaterdag, februari 08, 2003

'Citotoets wordt steeds belangrijker'
MAASTRICHT - Toch wijkt het resultaat van een intelligentietest niet zo veel af van dat van de Cito-toets, geeft Warnier toe. ?Maar soms blijkt toch dat een kind meer in zijn mars heeft dan Cito aangeeft. Dan blijkt een kind gewoon niet lekker in z'n vel te zitten op de basisschool. In zo'n geval is onze test toch nuttig.''
VERVOLG VANPAGINA 1Intelligentietesten of niet, voor het voortgezet onderwijs wordt de Cito-toets wel steeds belangrijker. In Maastricht bepaalt VORMing, het schoolbestuur waaronder alle scholen voor voorgezet onderwijs vallen, waar leerlingen van groep acht terechtkomen. Hebben ze minder dan 530Cito-punten, gaan ze bijvoorbeeld naar het vmbo. Tussen de 530 en 534 wordt het of vmbo of havo-tl (theoretische leerweg). Pas bij 544 komt het vwo in beeld. Dat legt druk op de leerling die graag naar de havo of het vwo wil. Die moet nu nog twee dagen zwoegen op z'n Cito-toets. Ook al zegt conrector Janssen dat het advies van de basisschool het belangrijkste is.

Psycholoog Warnier begrijpt wel waarom de meeste scholen kiezen voor Cito. Scholen willen hun kwaliteit laten zien. En Cito laat zien welke vaardigheden de school de kinderen heeft bijgebracht. ,,En als je niet gemeten wordt, kun je ook niets laten zien. Dus redeneren mensen: van die school weten we niks, daar stuur ik mijn kind niet naar toe.''

Juist door die redenering vreest Montessori-leerkracht Boden dat de vrijheid van onderwijs in het gedrang komt. Nog even, verzucht hij, en Cito in Arnhem bepaalt de onderwijsmethodes op de basisscholen. Montessori-, Jenaplan- en Vrije scholen kunnen het dan zo goed als schudden.

In Maastricht en het Heuvelland circuleert sinds kort een notitie met de titel: 'Kwaliteit is meer dan Cito-toets alleen'. Huub van Kruchten van de stichting Jong Leren (veertien openbare en bijzonder-neutrale basisscholen in Maastricht en het Heuvelland die allemaal meedoen aan de Cito-toets) schreef het. Hij vindt dat je de Cito-toets niet tot een heilige graal moet maken. ,,Het advies van de onderwijzer, dat ook rekening houdt met sociaal-emotionele ontwikkeling van de pupil, blijft even, zo niet belangrijker.'' Een kleine troost voor 170.000elf- en twaalfjarigen.
woensdag 05 februari 2003 De Limburger.

Geen opmerkingen: