Een grapje van Melkert tijdens het globaliseringsdebat van 1 maart in de Melkweg te Amsterdam. Ja hij kan weer grapjes maken, maar bij nader inzien zit er meer achter dat grapje. Want door velen wordt globalisering over een kam geschoren met een Amerikaanse enge ziekte. "Globalisering maakt ons in toenemende mate afhankelijk van elkaar", oreerde hij samen met de econoom en anders-globalist Robert Went en Jan Willem Gunning, ontwikkelingseconoom aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.
"Het is niet alleen makkelijker te reizen, wereldwijd te financieren en te communiceren, het meest essentiele is dat ook het produceren overal ter wereld tegen de meest scherpe prijs kan gebeuren." Het kwam bij de debaters (al leken ze meer op docenten) niet op om tegen globalisering te zijn. Globalisering moet zeker niet worden verward met ongeregelementeerde vrije handel. Als je de deskundigen moet geloven is de discussie over globalisering een discussie over grenzen, regels en drempels, verdelen van kansen en winsten en stimuleren of afremmen, van beheersen dus. En juist omdat alles met alles samenhangt is dat beheersen ingewikkelder dan ooit. De discussie vlakte soms af naar gesteggel over wie die beheersing moet organiseren. Zo leek de zaal meer geinteresseerd te zijn in de rol van de Wereldbank, sommigen waren zelfs helemaal gekomen om Melkert om fortuinlijke redenen onheus te bejegen.
Het eigenlijke onderwerp, is globalisering een zegen of een vloek kwam er wat bekaaid van af. De wijze mannen droegen aan dat globalisering de ontwikkeling van de armste landen niet in de weg staat, integendeel. Corruptie en daarbij behorende (gebrek aan) (westerse?) waarden en normen is de grootste boosdoener. Met name het gebrek aan eigendomsrecht staat boven aan de lijst van faalfactoren. Concurrentie van de landen (ook die net boven de streep), protectionisme van de rijke landen (subsidies, patenten), gebrek aan investeringen in infrastructuur en vooral onderwijs (basis en middelbaar) en last but not least de kennisvlucht als er al sprake is van kennisopbouw. Globalisering is niet de de veroorzaker van deze problemen maar maakt een oplossing ervan wel meer noodzakelijk.
Ik werd er niet vrolijker van. Ik citeer de weinig hoopgevende frasen uit de lijvige notities die het debat vooruitgingen: "de rijke landen leggen zich dus toe op die fasen in het ontwikkelingsproces van een product die de hoogste toegevoegde waarde opleveren". "het ontwikkelen van een malaria vaccin komt niet van de grond omdat er geen koopkrachtige kopers voor zijn", "hoe rijker de landen aan oliebronnen zijn des te corrupter gedragen ze zich", ""vast staat dat het verschil tussen rijk en arm niet meer enkel met geld is op te lossen", "de omvang van inkomensoverdracht van immigranten naar hun vaderland (65 miljard dollar) is meer dan dat er wereldwijd aan ontwikkelingshulp wordt gegeven","het wegnemen van handelsbelemmeringen kan de ontwikkelingslanden jaarlijks 500 miljard dollar opleveren","aan landbouw subsidies in Europa wordt meer uitgegeven dan aan ontwikkelingshulp", van de vijf opgeleide doctoren in Afrika blijft er maar een in het alnd van geboorte, de anderen komen hier schoonmaken", "illegale immegratie zal pas echt verminderen als de welvaart in het "Zuiden"substantieel is toegenomen"
Hoe moeten we nu op een sociaal democratische verantwoorde manier tegen globalisering aankijken en wat zijn de effecten van globalisering op Amsterdam. Het rapport beveelt de PvdA aan om meer duidelijkheid te verschaffen hoe globalisering het dagelijks leven van gewone burgers beinvloed. Opmerkingen en hints waarmee we iets aan dit probleem kunnen doenheb ik niet echt gehoord. Lees je de stukken dan dringt zich het volgende scenario op: Globalisering maakt ons steeds rijker, maar het werk wordt steeds ingewikkelder en niet al te hoog opgeleiden zullen stilaan te duur zijn om routine productie werk te doen. Zij zullen bovendien te laag opgeleid zijn om in de complexe wereld een noodzakelijk hoogwaardige bijdrage te leveren. De ene helft van Amsterdam zal zich suf werken aan het internet gekluisterd. De andere helft zal die ene helft in het beste geval tot dienst zijn of anders aan de zijlijn staat. Een derde groep zal het vieze werk voor ons opknappen, waarschijnlijk tegen lonen die een fractie zijn van wat wij nu minimum noemen, maar elders in de wereld ver boven de armoede grens van 1 dollar per dag zit. Het kabinet stevent nu al af op een samenleving waarbij illegaal gekomen via de achterdeur wordt gedoogd en via de voordeur gekomene niet gelegaliseerd en sociaal worden voorzien.
Wat kunnen we dan wel doen? Druk uitoefenen op bedrijven die oneervol werk laten verrichten in verre oorden, initiatieven tot verantwoord ondernemen afdwingen (het panel verwachte hier naar mijn mening te weinig van), steun bieden aan zelfontwikkeling van de arme landen met raad en daad, mede door immigranten te equiperen om hun eigen moederland meer democratische normen te laten overnemen en kennis te brengen, kennis netwerken te stimuleren. Daarnaast opkomen voor de afbraak van protectionistische regels of anders importheffingen op producten-onder-de-prijs gebruiken om ontwikkelingslanden in hun zelfsturend vermogen te helpen opbouwen in plaats van in de zakken van de rijken te laten verdwijnen of aan uitzichtsloze beroepstakken te besteden. En natuurlijk op de goede partij stemmen, ook of juist in Europees verband.
Tenslotte Amsterdam, de bakermat van globalisering, gastheer van heel wat multinationals en immigranten. Amsterdam zou het centrum voor ontwikkeling van derde wereld landen kunnen zijn. Het zou ook moeten zorgen voor een goede ontwikkeling en taakbesteding van zijn minder internationaal geschoolde burger. Niet investeren in productie, die ongetwijfeld elders goedkoper kan, maar in diensten waar behoefte aan zal zijn en waarbij Amsterdam een trekkersrol kan vervullen. Wie zet het op de agenda?
Zie voor een meer levensecht verslag, de PvdA site van Leiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten