dinsdag, juli 15, 2003

Maandag: Wat Susaket, Wat KeoPhray en markt

Vorige week kwamen we hier aan en we zijn nu al zo vertrouwd. Een week van veel zien, veel zelf ervaren maar vooral ook van veel praten. Hele avonden praten over ontwikkelingswerk in het algemeen en Laos in het byzonder. Over de wijze van leven in dat soort landen, over de rol van de overheid en van andere landen, de valstrikken van een goedkope arbeidskrachten economie, een verzadigde markt, een 'gesloten' overheid, maar vooral een totaal gebrek aan planning en vooruit denken. Men is bezig met overleven en een paar kleine dromen, men is zich goed bewust van geluk en ongeluk, bijgeloof of geloof, schaamte spelen een prominente rol in de cultuur.

De grond is hier vruchtbaar, drie keer zoveel regenwater als in Nederland en toch komt men vaak niet verder dan voor eigen consumptie groente te verbouwen en rijst natuurlijk. Men laat wat nogal kalende kippen rondlopen, een hond ligt voor pampus voor het huis en hier een daar is een buffel gedrapeerd in het ozo kleurrijke groene landschap. Veel gezinnen gebruiken een kip voor het eten van de hele week gecombineerd met plakrijst in de kleine bamboe rieten mandjes. Plakrijst is een wat glazige korrel die je alleen met flink wrikken af kan breken van de rest van de korrels. Men woont in hutjes, soms huisjes, vaak op palen zonder uitzondering met golfplaten bedekt in de vorm van dakpannen. Gisteren kwamen we een restaurant tegen dat water over het dak spoot te koeling. Kinderen zijn de verzekering van inkomen, ze zijn geen handenbinders en al vroeg zeer zelfstandig zowel jongens als meisjes. Hoe rijker men is hoe meer men heeft te verliezen. Een paradox die een land onderontwikkeld kan houden. Men werkt continu, sjaggeren, handelen, verbouwen en diensten aanbieden. Al hebben ze maar vijf potten jam, dan staan ze al op straat om de waar te koop aan te bieden. Het vertier is schaars, al heb ik de indruk dat de lao’s zich best met elkaar kunnen vermaken, ze zijn niet zwaar op de hand en maken van een dag in de winkel of markt staan toch een sociale gebeurtenis. Ze zijn nooit alleen, ze leven met zijn allen en delen vreugde en verdriet en vieren bij elke gelegenheid (meestal religieus) feest, met veel brommers en bier..
Het leven in Vientiane is puur, zonder bijbedoelingen, het afdingen gaat simpel en straight. Ze genieten van het leven, van hun bedrijvigheid, men lacht oprecht vaak ook verlegen met je. Ze zien de toerist niet als dollarspender maar als iemand die je een plezier kan doen, ze gunnen je gewoon geen voettocht.

De strijd tegen alle elementen en tegen de omstandigheden is eenvoudig maar vreet tijd. Het spic en span houden van het huis om de mieren geen gelegeheid te geven je kostbare bezit aan te tasten is dagwerk. De insekten vallen over het algemeen wel mee. Er zijn natuurlijk muggen (geen malaria, maar gewoon), maar och dat went ook wel.
De mensen zijn allemaal middenstanders, ik herken dat zo goed. Altijd bezig met klanten, diensten, voor wat hoort wat. Ze vormen een hechte gemeenschap, hecht naar de groep maar niet vijandig naar de buitenstaanders. Tijd voor zichzelf kennen ze ziet, tijd voor ontwikkeling, voor ontspanning, speelgoed enzo bestaat niet.

Het doet me allemaal erg denken aan Griekenland 27 jaar geleden, hoe zal het hier over 27 jaar zijn. De communisten zullen wel eieren voor hun geld kiezen en langzaam vercommercialiseren, hoe het met het land zal gaan laat zich raden, verschil tussen arm en rijk zal toenemen, sommige zullen engels gaan beheersen en grote westerse maatschappijen zullen nadat alle andere goedkope landen hun oog laten vallen op Laos. Maar hoe het met die lieve hardwerkende vrolijke mensen zal gaan, ik zou het niet weten, verliezen ze hun onschuld, gaan ze individualiseren, gaan ze zich organiseren in bedrijven en baasje spelen. De tijd zal het leren. Op dit moment is een ontwikkeling nog niet echt te verwachten, het niveau van de gemiddelde Lao is laag en iets anders dan hard werken levert nauwelijks geld op.

Vanmiddag zijn we naar twee tempels gewest Susaket (19de eeuw) en KheoPhray, ook zoiets. Mooi bewaard met respectievelijk een grote gouden en een grote zwarte buddha. Van de laatste categorie zijn we het meest gecharmeerd.

Daarna na de martk, maar die liep al op zijn eind. Ellen heeft nog wel een jurk gekocht, die slank afkleed zei ze net (iets voor mij misschien, want ik raak langzaam buddha shaped, de chinese buddha wel te verstaan, want de lao buddha’s zijn allemaal slank en soms zelfs op het vrouwelijke af.
Morgen de laatste dag in Vientiane.

Geen opmerkingen: